2023 | Our fellow Samson Kambalu about his work 'Antelope' in Trafalgal Square in London | de Volkskrant

safda adf afs Met Kambalu’s standbeeld van een strijder tegen het kolonialisme neemt herdenken een nieuwe wending

Kunstenaar Samson Kambalu zette in het hart van het voormalige Britse imperium een beeld neer van een verzetsstrijder tegen het koloniale regime. V spreekt hem over zijn werk, waarmee hij probeert de demonen van het christendom, kolonialisme en apartheid te verdrijven.


‘Gunst, ze hebben er een papiertje bij gehangen.’ Nieuwsgierig loopt universitair hoofddocent beeldende kunst Samson Kambalu naar het schilderij met de titel Rio de Janeiro dat aan de muur van de Senior Common Room van Oxford’s Magdalen College hangt. Op het doek van Henry Chamberlain is te zien hoe een witte man met een hoed gebaart naar Afrikaanse tot slaaf gemaakten die boomstammen versjouwen. ‘De figuren op de voorgrond roepen provocatieve vragen op’, staat er onder meer in de verklaring bij het twee eeuwen oude tafereel. Kambalu lacht: ‘Moet ik je nog uitleggen hoe zeer het koloniale verleden hier nog aanwezig is?’

De 47-jarige heeft in zijn hoedanigheid als kunstenaar zijn eigen bijdrage geleverd aan het debat over slavernij, racisme en kolonialisme. In zijn atelier op het collegeterrein – het huis waar de dichter Dylan Thomas ooit dronk, schreef en de liefde bedreef – heeft Kambalu twee grote bronzen beelden gemaakt die twee jaar lang te zien zijn op de ‘vierde sokkel’ van Trafalgar Square in Londen, de aangewezen plek van provocatieve kunstwerken. Zo heeft er de afgelopen jaren een softijsje gestaan met daarop een drone, een kers en een vlieg.

Verzetsdaad

Een stuk ingetogener zijn de twee mannen van de in Malawi geboren en getogen Kambalu. De grote man is John Chilembwe, de doopsgezinde priester die in 1915 het verzet leidde tegen het koloniale regime van de Britten in Malawi, een daad die hij met de dood moest bekopen. In zijn schaduw staat de Engelse missionaris John Chorley, zijn vriend. De nadruk ligt bij de beelden op Chilembwes hoed. ‘Het dragen ervan was een verzetsdaad’, zegt Kambalu. ‘Een zwarte man mocht indertijd immers geen hoed dragen in gezelschap van een wit persoon. Een hoed was een teken van soevereiniteit en daar had een zwart persoon geen recht op.’

Kambalu draagt ook een hoed, en is verder gekleed in een gestreept pak. Hij rookt graag sigaren. Als een vis in het water beweegt deze dandyachtige verschijning zich door de smalle gangen van het in 1458 opgerichte college waar hij nu vijf jaar lesgeeft, de gangen waar ook Oscar Wilde en T.E Lawrence hebben gelopen. ‘Mijn zusjes zijn apetrots op me’, zegt Kambalu, de sinds 2002 in Engeland woont. In 2000 was hij Artist in Residence bij de Amsterdamse Thami Mnyele Stichting. ‘Nederland, het land zonder gordijnen’, zegt hij met een grijns.

Tijdens een roerbaklunch in de eetzaal vertelt hij over zijn jeugd, als vijfde van acht kinderen. ‘Mijn vader was ziekenhuismanager en om de drie jaar moesten we verhuizen. Onder president Hastings Banda, onze vader des vaderlands, mochten ambtenaren nooit lang op dezelfde plek wonen, om een opstand te voorkomen. Soms woonden we op stand, soms in een huis waar de slangen ’s nachts door de slaapkamers kropen. Als hij te veel gedronken had maakte mijn pa het het gezin wakker om filosofische colleges te geven. Een bijzondere man, die te jong stierf aan aids, net als mijn moeder enkele jaren later.’

Het was de tijd waarin Samson, die op een prestigieuze kostschool zat, voor het eerst kennis maakte met zijn inspiratiebronnen, zoals Michael Jackson en Friedrich Nietzsche. Wat hem bij de Duitse filosoof aansprak, was diens spotzucht en speelse drang om de gevestigde orde te ondermijnen. ‘In De vrolijke wetenschap schreef hij hoe dansen de weg is naar het heilige. Dat is we in Malawi Gule Wamkulu noemen, een rituele, gemaskerde en subversieve dans.’ Kambalu’s speelse subversiviteit kwam voor het eerst tot uitdrukking toen hij op een dag besloot ballen te wikkelen in pagina’s van de King James Bijbel, Holy Balls.

Vierde sokkel

‘Holyballisme’ was voor hem een manier om afscheid te nemen van de objectieve God waarmee hij als zoon van een protestantse vader en katholieke moeder was opgevoed, het verdrijven van de demonen. Het had, zo vertelt hij, ook een diepere laag omdat het christendom nauw verweven was met kolonialisme, apartheid en slavenhandel. Een trap tegen de Holy Ball als een trap tegen het koloniale verleden. ‘We hebben in Malawi nog geluk gehad dat we nooit honderd procent zijn gekoloniseerd, maar een protectoraat waren. Dat is te danken aan de malariamuggen’, lacht hij, ‘die hebben ons beschermd.’

Het succes van de heilige ballen boden hem als conceptueel kunstenaar toegang naar het Westen, waar hij door de jaren veel heeft geëxposeerd, zowel in Europa als in de Verenigde Staten, waar hij drie jaar woonde. Lof kreeg hij voor zijn autobiografie The jive talker, or how to get a British passport (2008) waarin hij op een luchtige wijze terugblikt op zijn jeugdjaren in het Afrikaanse land. Door de Londense burgemeester Sadiq Khan werd Kambalu gevraagd een idee te leveren voor de vierde sokkel op Trafalgar Square.

‘Rond dezelfde tijd was ik verdiept in de politieke geschiedenis van Malawi en in de Oxford-archieven trof ik een foto aan van Chilembwe en Chorley, waarvan het kunstwerk de verbeelding is.’ Het leverde hem lof op in zowel The Guardian, vanwege de gelijkheidsboodschap, en de conservatieve Daily Telegraph, vanwege het feit dat er weer eens een figuratief kunstwerk op deze plek stond. Tijdens het inspecteren van het drankkabinet in de Senior Common Room, zegt hij dat hij verbaasd is over de houding in het geprivilegieerde Oxford. ‘Ik hoor niets dan stilte over mijn beelden, een onheilspellend stilte.’

Read the full article by Patrick van IJzendoorn in de Volkskrant here

Thami Mnyele Foundation promotes the exchange of art and culture between Africa and the Netherlands.